ANTOINE TATO GARCIA - RUMBASON

Artiest info
 
facebook
Label: KaRu prod
distr.: Xango

Al draait Tato al een kleine kwart-eeuw mee in het muzikale wereldje, toch vrees ik dat zijn naam er tot nu toe vooral eentje is voor de ferventen van de kleine lettertjes: als sidekick kan je de naam van deze gitarist uit Perpignan terugvinden op werk van Tékaméli, Kaloomé, en de Familia Valeria Miranda, maar ook bij de Fanfare Ciocarlia is hij te horen. Dat wijst ergens op: deze man heeft niet meteen een boodschap aan grenzen of genres, iets wat best wel vanzelfsprekend is voor een man van zijn zigeunerafkomst. Tato leerde, zoals het hoort in die kringen, al vanaf zijn zevende gitaar spelen, hij schuimde, samen met zijn broer José de legendarische feesten af, waar gezongen, gedanst en gespeeld wordt tot het ochtendgloren en leerde zo het vak door en door kennen. Het talent van Tato zorgde echter voor een extraatje: zoals de titel van deze plaat -de tweede pas onder eigen naam- aangeeft, werd de man in de loop van de jaren niet alleen één van de belangrijkste ambassadeurs van de Catalaanse Rumba, hij ontwikkelde ook een eigen versie ervan, die de rumba koppelt aan de Cubaanse Son.

Daartoe heeft hij zich omringd met een aantal excellente kompanen. Om te beginnen is er Eliene Castillo Borrero, Cubaanse van geboorte en jarenlang vast lid van de bands van Chucho Valdez en Sylvio Rodriguez: haar zang -die stem - staat garant voor een flinke geut Latijnse inbreng, die ondersteund wordt door de speelstijl van Tato, die er de perfecte contrapunt van is. De percussie van Emilio Poubill en de partijen van Guillaume Bouthié, die zowel de bas als de toetsen beroert, creëren het perfecte speelveld voor de combinatie van virtuositeit en melodische sterkte, die van de stem en de gitaar van Tato uitgaat.

De plaat is erg kort en overstijgt nauwelijks de duur van een EP: 23 minuten, maar die volstaan ruimschoots om in zes nummers aan te tonen wat je kunt bereiken, als je zo lang zo intens als deze vier muzikanten samenspeelt: dit klinkt alsof het opgenomen is tijdens een repetitie: geen enkele stress, alleen maar plezier in het spelen en vooral het “samen”spelen. Tel daarbij nog op dat Steeve Laffont -één van de muzikale erfgenamen van Django en recent auteur van de prachtplaat “Alba Gitana”- heerlijke solo’s komt toevoegen in “Quiereme” en Dime”, terwijl blazers Armando Roberto en Abel Herrera hetzelfde doen in “Dime” en “Sin Frontera” en je krijgt een klein plaatje om van te snoepen. Zelfs voor mensen die helemaal niet vertrouwd zijn met muziek van deze niet-officiële soort, is dit erg toegankelijk en uitermate geschikt als inleiding tot de Rumba. Met de beste wil van de wereld kan ik hier geen minder moment op vinden en ik prijs de muziekvrienden uit Catalonië gelukkig dat zij dezer dagen volop live kunnen genieten van deze verzameling meesterschap.

(Dani Heyvaert)